Wat heb je nodig als voorbereiding voor je opstelling:

Je hebt een vraag of een probleem waar je graag opheldering over wenst.

Dit kan gaan over persoonlijke kwesties, relatieproblemen, opvoedingsproblemen, ziekte,....

Verder heb je nog de belangrijkste basisfeiten uit je familie nodig.

 

Hier enkele vragenlijstjes over jou en je familie:

Persoonlijke feiten uit je jeugd.

-Waren er complicaties bij je geboorte?

-Werd je moeder ziek of had zij blijvende verwondingen door de geboorte?

-Was er in je vroege jeugd of later een zware ziekte met opname in een ziekenhuis?

-Hoeveel broers en zussen heb je?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen bij?

-Heeft één of hebben meerdere van je broers of zussen een zwaar lot? (zie onderaan)

 

Persoonlijke feiten uit je volwassen leven.

-Waren er belangrijke partners (eerste grote liefde) voor de huidige relatie?

-Waren er speciale redenen waarom een vroegere relatie niet kon doorgaan? (bv. verboden door ouders)

-Waren er abortussen?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Zijn er buitenechtelijke kinderen?

-Zijn er kinderen uit een vroegere relatie?

 

Feiten op het niveau van de ouders.

-Op welke manier hebben je ouders elkaar leren kennen?

-Heeft één of hebben beiden eerder een belangrijke liefde gehad?

-Heeft één of hebben beiden eerder een vaste relatie gehad of gehuwd geweest?

-Was er een belangrijke reden waarom een vroegere relatie van de ouders niet kon of mocht doorgaan?

-Hoe oud waren zij op het moment van hun huwelijk?

Ben je voor of na hun huwelijk geboren?

-Was jij de reden van hun huwelijk?

-Als ze niet gehuwd zijn, is daar dan een bepaalde reden voor?

 

Feiten vanuit de familie aan moeders kant.

MOEDER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers en zussen is je moeder?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Was er een zwaar lot? (zie onderaan)

 

GROOTMOEDER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers en zussen is zij?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Heeft zij als kind of volwassene een zwaar lot moeten ondergaan? (zie onderaan)

 

GROOTVADER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers of zussen is hij?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Heeft hij als kind of als volwassene een zwaar lot moeten ondergaan? (zie onderaan)

 

GROOTOUDERS (JOUW OVERGROOTOUDERS).

-Waren er in hun leven speciale gebeurtenissen?

-Hoe was hun relatie?

-Heeft één van hen of beiden een eerdere relatie of een belangrijke liefde gehad?

 

Feiten vanuit de familie aan vaders kant.

VADER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers en zussen is hij?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Was er een zwaar lot? (zie onderaan)

 

GROOTMOEDER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers en zussen is zij?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Heeft zij als kind of volwassene een zwaar lot moeten ondergaan? (zie onderaan)

 

GROOTVADER.

-Het hoeveelste kind van hoeveel broers en zussen is hij?

-Waren er miskramen of jong gestorven kinderen?

-Heeft hij als kind of volwassene een zwaar lot moeten ondergaan? (zie onderaan)

 

GROOTOUDERS (JOUW OVERGROOTOUDERS).

-Waren er in hun leven speciale gebeurtenissen?

-Hoe was hun relatie?

-Heeft één van hen of hebben beiden een eerdere relatie of een belangrijke liefde gehad?

 

Hier een overzicht van de meest voorkomende voorbeelden van een zwaar lot:

-De vroege dood van een broer of zus, voordat zij of jijzelf 30 jaar oud waren.

-De vroege dood van één van de ouders, voordat jij of zijzelf 30 jaar oud waren.

-Miskramen.

-Dood in het kraambed.

-Zwaar ongeval of ziekte.

-Zware mishandeling of incest.

-Lichamelijke of geestelijke handicap.

-Zelfmoord of moord.

-Slachtoffers of daders uit een misdrijf in de familie.

-Opsluiting (bv. in gevangenis, concentratiekamp,..)

-Alle soorten oorlogsverleden.

-Homoseksualiteit.

-Uitsluiting uit de familie.

-Nonnen, monniken of priesters in de familie.

-Psychiatrische patiënten in de familie.

-Faillissementen.

-Emigranten.

-Buitenechtelijke geboortes.

-Kinderen die jong aan pleegouders of verwanten afgestaan werden.

-Adoptie.

-Iemand die zonder noodzakelijke redenen al jong naar een kostschool werd gestuurd.

-Iemand die uit zijn geboortestreek verdreven werd of moest vertrekken.

-Iemand die nooit het ouderlijk huis kon of mocht verlaten.